Biest zorgt voor vitale biggen!

31 augustus 2021

Een goede start is essentieel voor de overlevingskansen, gezondheid en groei van de biggen. Hierbij is het noodzakelijk om zo snel mogelijk na de geboorte voldoende hoogkwalitatieve biest op te nemen

Om inzicht te krijgen in de biestopname op uw bedrijf hebben we een handige tool in huis, namelijk de biestcheck. Zo kunnen we gericht sturen op verbetering van biestopname door de biggen en het effect van genomen maatregelen in beeld brengen. Optimalisatie van het biestmanagement zal zich snel terug verdienen!

Waarom is biest zo belangrijk?

  1. Energie: een big wordt geboren met een zeer beperkte energiereserve. De meeste energie komt uit glycogeen en dit is snel verbruikt. Vetreserve heeft een big bij de geboorte zeer weinig (1-2%), terwijl de big wel heel snel vet uit biest kan opslaan. Om de big van voldoende energie te voorzien is ongeveer 250 gram biest nodig.

  2. Afweer: een big wordt praktisch zonder antistoffen geboren. Via biest krijgen de biggen afweer mee tegen allerlei kiemen waar de zeug mee bekend is, bijvoorbeeld omdat ze gevaccineerd is tegen kiemen die voor de big van belang zijn. Voor een goed effect van zeugen entingen is dus opname van voldoende antistoffen door de biggen cruciaal. Biest bevat verschillende soorten immunoglobulinen: IgG, IgA en IgM. Voor afweer heeft de big ongeveer 150 gram biest nodig.

Let op: deze hoeveelheid moet de big zo snel mogelijk binnen krijgen. Naast dat de concentratie immunoglobulinen in de biest sterk afneemt vanaf de geboorte, neemt ook de doorlaatbaarheid van de darmen af, waardoor de immunoglobulinen minder opgenomen worden.

Hoe meer IgG wordt opgenomen, hoe langer de big beschermd is tegen allerlei ziekteverwekkers. De antistoffen concentratie in het bloed van de big daalt in de dagen en weken na de geboorte en daarmee neemt ook de maternale immuniteit af.

Daarnaast bevat biest ook groeifactoren en getrainde afweercellen. De afweercellen van de eigen zeug worden wél opgenomen, die van een pleegzeug niet. Daarom willen we dat de big vóór het eventuele overleggen, eerst biest opneemt van de eigen zeug.
 

Biestopname: meten is weten!

Om te controleren of de biestopname bij de biggen goed is, meten we de hoeveelheid antistoffen (IgG) in het bloed van de pasgeboren biggen. Het is belangrijk dat de biggen bij bloedafname minimaal 24 uur oud zijn. Ze hebben dan de kans gekregen om voldoende te drinken en de antistoffen in de biest zijn via de darmwand opgenomen. We nemen bloedmonsters van 6 biggen per toom (totaal 6 tot 10 tomen). In laboratorium Merefelt wordt de concentratie IgG antistoffen in het bloed van de biggen bepaald en tevens de spreiding van deze hoeveelheid antistoffen per toom. Na één dag heeft u al een uitslag.

Biestcheck uitslag

Met de biestcheck krijgt u inzichten waar u vervolgens mee aan de slag kunt. De concentratie aan IgG (mg/ml) in het bloed van de biggen mag niet onder de 15 mg/ml zitten. Dit is de kritische concentratie. Hebben de biggen minder dan 15 mg/ml IgG in het bloed, dan is de kans op overleving nihil. Vaak zien we dat kleine biggen of laatst geboren biggen minder IgG opnemen. Vitaliteit van de biggen is hierbij natuurlijk ook belangrijk. Vitale biggen nemen beter biest op.

Nog belangrijker is de spreiding van de concentratie binnen de toom, de zogenaamde variatiecoëfficiënt. We streven naar een variatiecoëfficiënt onder de 20%. Je wilt een goede verdeling van de biest over de biggen van de toom. De biestproductie door de zeug varieert tussen de 1,5 en 5,5 kg per zeug en is onafhankelijk van het aantal levend geboren biggen. Is de variatiecoëfficiënt te hoog dan kan aandacht voor het werpproces u veel opleveren. Denk bijvoorbeeld aan split-suckling. De eerstgeboren biggen mét buikvulling worden maximaal 2 uur apart gezet in een vouwkrat.

Een overzicht van aandachtspunten:

  1. Totale concentratie te laag: denk aan factoren die de biestopname en biestkwaliteit bepalen

    1. Zeug: conditie, voeding, geboorteproces, water, geen stress, pijnstilling

    2. Big: vitaliteit (gezondheid/voeding), geboortegewicht (voeding zeug), temperatuur kraamstal en nest

    3. Kwaliteit biest: ook hier kun je zaken aan meten: afweer (IgG) en energie (triglyceriden)

  2. Variatiecoëfficiënt te hoog: denk aan split-suckling (eerst geboren biggen met volle buik tijdelijk apart zetten)

Heeft u vragen over het biestmanagement, bespreek dit dan met uw bedrijfsdierenarts!

Meer nieuws

18 januari 2024

Symposium in Hannover 16-17 januari 2024

Op 16 en 17 januari organiseerde Lintjeshof samen met Agro-Vet, Hypor, Boehringer Ingelheim, GFS en...
12 december 2023

Sustainable pig farming event 16-17 januari in Hannover

Lintjeshof is trotse partner van dit tweedaagse congres in Hannover. Meld je snel aan met deze
25 oktober 2023

Presentatie Lintjeshof in Spanje

Op de bijeenkomst van Catalaanse varkensdierenartsen van 25 oktober 2023 in Manresa vertelde Karien...